Waarschijnlijk door het constante achtergrond lawaai en de regen op het dak hebben we prima geslapen. Op tijd op pad naar Death Valley. We hebben de route goed gepland want hier wil je niet verkeerd rijden. De planning is om niet te ver te rijden en bij Furnace Creek een campground te nemen. Er zijn er 7 in Death Valley dus dat moet goed komen. Onderweg blijkt dat er langs de weg veel water ligt. Overal langs de weg staan bakens en bordjes die waarschuwen voor overstroomde weg. Het heeft hier dus gespoeld vannacht. Hoezo droge woestijn. Er is best wel wat bewolking aan de lucht en dat maakt het met de vochtige aarde wat minder warm. Het landschap verandert langzaam in maanlandschap. Bij viewpoints is het toch heet. Niet te lang buiten blijven. We komen bij Furnace Creek en bezoeken het visitors center. Hmm, maar 35 graden of zo. De campground ziet er niet aantrekkelijk uit in deze warmte. Het is nog vroeg dus we gaan door. We stoppen bij de zandduinen . Zo hoort een woestijn er uit te zien. Maar helaas ziet 99% er rotsig uit. We lopen een stukje en komen tot de ontdekking dat zandduinen beklimmen op sandalen best kan, in Nederland tenminste, maar in Death Valley is het een beetje dom. Au, aan je voeten. Death Valley ligt een dikke 200 ft onder zee niveau. Om er uit te komen moeten we een pas over en die ligt op 4950 ft (1550 meter). Dat is spannend klimmen in die hitte. Maar het uitzicht is geweldig. Vervolgens duik je gewoon weer een ander oververhit dal in. Maar heel mooi. We rijden Death Valley uit maar verwacht niet dat je dan groen tegen komt. Het blijft dood, doodser en heet. Na een paar valse pogingen een kampeerplek te vinden, strijken we neer in Bishop, vlak naast de golfbaan. Onder de bomen en lekker koel. Biertje, wijntje, mooie rit.
2 Comments
Van Utah naar Nevada. Weer een rit door desolate woestijn. Een dan ligt daar Las Vegas. De drukte op de wegen is even wennen. De KOA camping is zo gevonden. Vlak achter Circus Circus. Tis een aangeklede asfaltplaat, maar wij staan naast het zwembad(je). Zoals we al hoorden is het heet. We besluiten de middag alvast een kijkje te nemen. Vanaf de camping ben je zo op de strip. Als je die weet te vinden. We sjokken een end heen en komen uiteindelijk op de strip. Buskaarten gekocht voor het vervoer. Het is druk met verkeer maar zeker met voetgangers. Wat een types! Je mag hier gewoon op straat alcohol drinken en dat wordt massaal gedaan. De bus schiet niet op, dus bij de Bellagio er uit. Even binnen kijken. Limo’s voor de deur. Groot van binnen en het Casino ook. Ceasar’s Palace bleek nog groter, winkelcentrum erbij. Decadent gewoon. Toen naar The Venetian. Echt over de top. Kanalen met gondels en zingende gondeliers. Daar wil je toch niet in zitten? Jawel hoor , een hele rij wachtenden, en …. Een bruidspaar. Het plafond is beschilderd met blauwe lucht en wolkjes, maar zodanig aangelicht dat het net namiddag lijkt. Geeft toch het rare gevoel dat je buiten loopt. Maar de italiaanse gevels zijn zo nep. Toch wel weer leuk. Binnen de airco en buiten ramt de hitte je vol in het gezicht. Snel terug naar de RV. We komen er achter dat je gewoon door Circus Circus en het casino kan lopen (een heeel end) dan kom je vlak bij de campground uit. Handig voor vanavond. Bert spettert nog even in het zwembad. Donkere wolken vezamelen zich aan de horizon. Regen? Hier? Als het donker is gaan we weer op pad. Het flitst aan de hemel. Maar de temperatuur is prima. De strip is volop verlicht met reclames, lampjes, schijnwerpers, wat een feest. Het is zo mogelijk nog drukker op straat. Eerst naar Mirage, voor de vulcano show. Rood verlichte waterstralen rook, gasvlammen beelden een vulkaan uit. Leuk gedaan maar niet heel spectaculair. Na rondgelopen te hebben en vooral mensen gekeken te hebben, hebben we er beiden genoeg van. De constante kakofonie van muziek en lawaai is vermoeiend, tenzij je ervan houdt om constant op een kermis+ te lopen. Zeker de dronken mensen maken het minder gezellig. Het regent een beetje. Bij de RV zien we de bliksems rondom. Conclusie: Las Vegas, volledig over de top. Zeker gaan bekijken, maar 1 dag is genoeg. Vandaag naar Zion National Park. Die al te ver weg dus aan het einde van de ochtend waren we er. De campings in het park zijn “first come, first served” dus spannend of we een plekje vinden. Bij de toegangspost moesten we apart betalen voor het passeren van een tunnel. Omdat de RV zo hoog is moet het verkeer worden stilgelegd, zodat ik in het midden kan rijden. Ging allemaal soepel. Bij de South campground aangekomen zagen we het bordje “ full”. Das balen. Door naar de 2e camping. Ook full. Dan maar op de parkeerplaats staan en dan nemen we de shuttle-bus het park in. Parkeerterrein ook vol! Terug naar de 1e camping want daar was nog een parkeerterreintje met vrije plaatsen. Maar Hanneke, doortastend als ze is, zei: “het is nog geen 11 uur, dus de camping kan niet vol zijn. Er checken nog steeds mensen uit. Zij de camping op en loopt een ranger tegen het lijf. NOG 1 PLEK VRIJ! “It’s your lucky day” zei de ranger en omarmde Han. Helemaal geweldig. Eerst rustig bijkomen met wat drinken en eten, onder de bomen. Zion is een heel mooi park. Weer heel anders. Hoge steile bergen aan alle kanten. Je mag het park alleen in met de shuttle. Die pakten we want we wilden de hike naar “the Narrows” maken. Bergschoenen aan en sandalen mee want je moet de rivier in, hadden we gehoord. Ook deze shuttle werkt weer perfect. Onderweg uitleg over het park. De start van de hike is over een mooi pad dat je langzaam de canyon in voert. Best druk. Als het pad ophoudt moeten we rivier in. Tegen de rotsen staan allemaal takken en stokken van vorige wandelaars. Die zijn best handig want het water stroomt snel en je glijdt zo uit over losse stenen. Sandalen aan en huppekee. Koud water. De bergwanden komen steeds dichter bij elkaar en gaan loodrecht omhoog. Sensationeel. Steeds de rivier in en uit. We krijgen er handigheid in. Na anderhalf uur keren we om, want je hebt steeds de neiging om nog één bocht verder te gaan. Weer een hele aparte wandeling en het water? Ach dat werd steeds warmer, zo leek het. We pakten de shuttle naar Zion Lodge voor een ijsje, maar dat werd diner op het terras. Wat een plek. Heerlijk weer, Schitterend uitzicht en lekkere Cabernet –Sauvignon. Weer een dag om niet te vergeten. Brrr, ’s morgens de kachel aan en ’s middags de airco. Alles went. Bryce Canyon ligt vlak bij de camping, dus we waren er lekker vroeg. Meteen door gereden naar het verste uitkijkpunt, Rainbow point. De parkeerplaatsen zijn klein, dus als het drukker wordt kunnen we de RV niet meer kwijt. Plan is om bij grotere drukte over te stappen op de pendelbus die in het park rijdt. Op Rainbow Point een korte hike gemaakt met schitterende vergezichten. We hoppen van viewpoint naar viewpoint. Uitzicht op de rood/witte coones en hoodoos. Dat zijn de langwerpige stenen rotsformaties die door erosie zijn ontstaan. Ze hebben de meest rare vormen en kleuren. Halverwege het park wordt het zo druk dat we de camper parkeren en op de bus stappen. Vanaf Bryce Point heb je een geweldig uitzicht op het Amphitheater, het dal dat vol staat met hoodoos. Daar gaan we straks een paar uur een hike maken. Bij Sunset Point dalen we naar beneden. Adembenemend zijn de rode pilaren die boven je uitsteken. We lopen door Wallstreet, een nauwe kloof, waar aan het eind 2 joekels van Douglas sparren in groeien. Het pad wordt vlakker en voert door bossen en rode rotsformaties. Onderweg hadden we wel gehoord dat Bryce mooi was maar dit is boven verwachting. Elke keer kijk je je ogen weer uit. Tip voor iedereen die naar Utah gaat. Bryce moet je zien! En neem de tijd om naar beneden te lopen want dan zie je echt iets bijzonders. Goede schoenen en water zijn onmisbaar. De rit naar Arches was lang. Het eerste deel door het Navajo reservaat gaf mooie plaatjes. Al gauw kwamen we in meer gecultiveerd gebied. Zo rij je op een hoogvlakte en zo duik je weer een vallei in. Mooi. We bereikten Moab in de middag want we kwamen in een andere tijdzone. Plan was om in Arches direct door te rijden naar de camping. Bij de entree tot het park stond helaas al dat deze vol was. Dus toch maar doorgereden om daar de trail te lopen naar de eerste Arches (bogen). Voor de afwisseling was het bloedheet. Dus geen bergschoenen aan maar op sandalen. Foute beslissing want halverwege ging het pad over in rotsklimwerk. Dus alleen de arches bekeken die we konden bereiken. Om de terug weg nog een stukgelopen bij de Windows (2 arches naast elkaar), Heel mooi. We waren de drukte en warmte even zat en vonden een lekkere camping in Moab, onder de bomen. Koelte (33 graden J). Antilope Canyon ligt net voorbij Page dus een klein stukje rijden maar. Upper is wereld beroemd en heel druk. Dus wij kozen voor Lower Canyon. Op de camping zei men dat deze net zo mooi is maar pas kort open is met gidsen. Het was inderdaad niet zo druk bij Ken’s Tours. De Canyon ligt in Navajo gebied dus alles wordt door natives gedaan. Na een stukje lopen daal je via een steile trap de canyon in. Daar gaat een heel bijzondere wereld voor je open. Water heeft in het rode zandsteen een geul uitgeslepen. Niet recht maar met allemaal bochten en holtes. Het zonlicht en de kleuren geven een speciaal effect. Fotografen paradijs. Han kwam niet verder dan 350 foto’s. De weg naar Monument Valley zorgde weer voor veranderend landschap. We waren er vroeg dus meteen naar de camping bij Gouldings. Goede gok want we hadden de laatste plek. Hoewel we rust hadden gepland, bleek de off road tour van 3 ½ uur door de valley zo aantrekkelijk dat we binnen een uur in de wagen zaten. Mensen die we terug zagen komen zagen er akelig rood uit van het stof. Wow, daar zijn de wereldberoemde plaatjes uit de films met John Wayne. De mesa’s rijzen op uit het rode landschap. Elk heeft een naam omdat ze ergens op lijken, de linker want, de rechter want, de koning op de troon, de postkoets. En ja, ze lijken er inderdaad op. De rit bracht ons op unieke plekjes. Natuurlijk de geijkte indianenhut en oma die aan het weven is. Mooie verhalen van de gids over vroeger. En de indiaan te paard, poserend met de mesa’s op de achtergrond. Maar de rit door het achterland die eindigde met de ondergaande zon. Maakte alles compleet. Terug op de camping hadden we het stof nog als herinnering. En dat zat overal. Lekker rustig aan gedaan. De rit naar Page zal niet zo lang zijn. Ach voor de verandering weer een blauwe lucht en dik 30 graden. Onderweg nog wat viewpoints meegepikt van the Little Colorado River. Net of het groene land is open gescheurd. Page was voor de middag bereikt en we boekte direct een plek op de campground. Water en stroom, mooie plek, top. De hele middag nog voor ons. Eerst naar Horseshoe Bend, waar de Colorado River een bocht maakt van 270 graden. Oei warm hier. Het loopje was niet al te ver, maar wel door het rode woestijnzand, heuvel op en heuvel af. Klinkt saai maar het uitzicht was weer geweldig. Geen hekken of zo, dus oppassen. Op de heenweg waren we langs een prieeltje gekomen op de top van de heuvelrug. Daar zaten wat mensen in de schaduw uit te rusten. Pfff watjes. Toen wij terug liepen de heuvelop begrepen we opeens waarom dat ding verdraaid tactisch was geplaatst. Bezweet en puffend doken ook wij de schaduw in. We namen een kijkje op de stuwdam die Lake Powell heeft laten ontstaan en reden door naar het meer zelf. De park ranger had aangegeven dat er een strand was. Ja hoor. Sta je dan, in de woestijn, in je zwembroek aan een groot meer. Lekker!!! Dit was niet gepland dus extra leuk en maakte de dag echt compleet. De heli’s vlogen al af en aan toen we op het vliegveld aankwamen. Briefing, zwemvest om en stoelnummers uitgedeeld. Met 6 man en de piloot in dat kleine ding. We hadden beiden een raamstoel dus prima fotopositie. Eerst laag over de bossen en dan over het randje van de canyon. Wow, wat een uitzicht. De kleuren van de verschillende rotslagen zijn schitterend. En wat is tie groot. Naast ons zaten een duitse jongen en meisje. Hij haalde plots een ring tevoorschijn en vroeg haar te huwelijk. Geweldig Han hield het bijna niet droog. De tocht ging verder via zijarmen van de Grand Canyon en the North Rim. De 45 minuten vlogen voorbij. Ja, het kost wat, maar overslaan, niet doen als je hier ooit komt. (De foto's zijn wat minder omdat ze natuurlijk door het raam zijn genomen) Op naar Desert View aan de oostzijde van het park. Daar vonden we een plekje op de natuurcamping. Wat een verschil met Grand Canyon Village zeg. Rust. Niet die waanzinnige drukte. Onze overburen wezen ons op een pad dat vanaf de camping naar de rand van de canyon liep. En dan zit je met z’n, tweeën opeens helemaal alleen, midden in de natuur, op de rand te genieten. Zo was het dus vroeger als je als pionier hier geraakte. Een uurtje bezinning. ’s Avond nog maar eens de zonsondergang bekeken. Geweldig zoals alle aanwezigen dan reageren. Oo’s en aaa’s, gejuich gelach. Ja heeft wel wat. 12 september 2014 Was knap koud vannacht . Maar de zon warmt alles snel weer op. Bergschoenen aan, veel water mee. Klaar voor een dag Grand Canyon. Het bussysteem werkt prima. Vanaf het Visitorscenter naar Hermits transfer. Daar pakten we het Bright Angel Trail de canyon in. We beperkten ons tot 1 ½ mile rest house, dat ongeveer 340 meter onder de rim ligt. Dalen gaat altijd makkelijk. Na een uur waren we er. Onderweg schitterende uitzichten en ervaar je nog beter hoe diep de canyon is (1.800 m) en loop je langs verschillende aardlagen in de rotswanden. Bij het keer punt heb je de neiging door te gaan naar het volgende punt, 3 mile rest house. Maar onderweg waren we puffende mensen tegengekomen op hun weg omhoog. Niet veel later hoorden wij ook tot die groep. Bezweet maar voldaan bereikten we na een uur en 10 minuten de top weer. Daar stapten we op de bus die ons langs vele uitkijkpunten langs de rim voerde. Overal uitstappen en genieten van het uitzicht. Sommige stukken deden we lopend. Geweldig. Uiteindelijk de camper weer opgezocht en het park uitgereden. Daar was een trailer park waar voldoende plek was. Dicht bij het vliegveld. Morgen de heli-tour. Spannend. We blijven heel vroeg wakker worden. Dus op tijd op weg over de Interstate 40 naar Grand Canyon. En toen ging een oranje lampje branden op het dashboard! Stoppen of doorrijden? Met oranje kan je in principe door, maar de handleiding zegt: “stoppen en road assistance bellen”. Nu staat de Interstate bekend om zijn vele parkeerplaatsen op de route ….NOT. Amerikanen hoeven niet te rusten. Uiteindelijke dook een plaatsje op, Seligman. Bleek dus ook weer aan route 66 te liggen. We werden doorverwezen naar een garage in dit stadje en we stonden toevallig precies voor de deur. Mazzel. Bill hielp ons vlot met het scannen van de motor. Nothing serious, guys. De uitstoot van de motor was niet goed. El Monte wilde ons naar een dealer in Flagstaff sturen om het probleem te verhelpen maar Bill gaf aan dat we gewoon onze vakantie moesten afmaken ipv 2 dagen te verspillen aan deze onzin. Zo gedaan dus. Best nog een pittig stukje naar Grand Canyon. Maar Uiteindelijk naderden we ons doel. Even gestopt bij het vliegveld om een helikoptervlucht af te spreken. Kost wat, maar nu we hier toch zijn…… In het National park bleek dat er nog meer mensen waren die hier een kijkje wilde nemen. Pfff wat een drukte op de parkeerplaatsen. Snel naar Trailer Village voor een plekje. We hebben de laatste, lol. Alleen maar voor 1 nacht. Snel installeren en lopend naar Marther Point voor de eerste blik. Wow. Geweldig. Dit kunnen foto’s toch echt niet vatten. Dus jullie allemaal, ga er heen. Uiteindelijk met vele andere de zonsondergang meegemaakt. Heel apart. Na een kort en onrustig nachtje bracht Linda ons naar Schiphol. Bij de incheck bleek Bert niet mee te mogen. Zijn ESTA aanvraag was niet goed ingevuld. Na een hoop gehannus op een terminal was dat rechtgezet. Prima vlucht alleen met iets vertraging waardoor de overstap op Houston spannend was. Leve de immigratie. Waarom zijn er 80 loketten en is minder dan de helft open? Een rij van een paar honderd man verhoogde de feestvreugde. Net op tijd aan boord voor LA, landing, transfer naar Crown Plaza Hotel, douche en slapen. Na een lekker ontbijtje werden we om half 8 opgepikt door El Monte. Konden we even de ochtendspits bekijken in LA. OK? Dus daar moeten we straks met de camper doorheen? De overdracht van de camper ging vlot. HEY! Dat zou toch een 22 ft camper zijn? Deze is ….BIG. 27 ft. met uitschuifbare woonkamer, luifels, buitendouche, tv met satelliet etc. Wow. Snel inpakken want het werd al dik boven de 30 graden C. Bij een Wallmart de camper volgeladen. Vol goede moed het verkeer ingedoken. Na veel gezweet lieten we LA achter ons. En daar waren we niet rouwig om, wat een lelijke stad. Aan het eind van de vakantie zullen we zien of de noordkant beter is. Denk het wel. De eerste stop is Joshua Tree National Park. We reden naar Black Rock Canyon Campground bij Yucca Valley. Hoop dat er plek is want we hebben niks gereserveerd. Tot onze verbazing waren wij vrijwel alleen. 1 andere camper. Sta je dan in de woestijn tussen de Joshua Trees. Geweldig, wat een rust. Gewoon onder de luifel met een boek chillen en genieten van het uitzicht. Morgen zien we wel verder. Vroeg opgestaan. De zon zien opkomen. De geur van de woestijn ’s morgens, bijzonder. Aangezien we lekker vroeg op pad zijn gegaan was het nog niet druk op de weg in het National Park. Bossen met Joshua Trees en andere vegetatie. Rotspartijen bestaand uit bolders. Heel apart. Bij Hidden Valley besloten we een trail te lopen. Veel water mee. Vrijwel geen andere mensen. Stil, rust, mooi en … heet. Het water komt er net zo hard weer uit als het er in wordt gegoten. Ook nog even een stop gemaakt bij Split Rock, maar de trail lopen was iets te veel gevraagd. Leve de airco. Bij 29 Palms het park verlaten om naar Kingsman te rijden voor de overnachting. Pittig stukje rijden. De route die we in gedachten hadden hebben we nooit gevonden want meneer Tomtom voerde ons elders. Via een lokale weg werden we de Majove woestijn ingevoerd. Bizarre route. Eerst nog alleen in de woestijn staande hutjes, huisjes en trailers. Bewoond verlaten of afgebrand. Wie gaat hier nu wonen? Uiteindelijk verdween de bewoning en kwamen we in “The Heart of the Majove”. Hier zien we water. Heel zout water. Het land wordt afgegraven om zout te winnen. Plots rijden we op Route 66. We stoppen bij een cafe, Roy’s. Een vervallen bord wijst op overnachtingsmogelijkheden. Ziet er raar uit. Blijkt na enig rondlopen (heet!) een soort museum te zijn van een motel of zo iets uit begin 20e eeuw. Toen was route 66 de enig verbinding en dit een beroemde pleisterplaats voor reizigers. Geinig. Maar Route 66 was naar enkele kilometers al weer afgesloten waardoor wij moesten uitwijken naar Interstate 40. Dat rijdt tenminste door. De KOA camping in Kingman is prima. Heerlijk gedouched, gegeten en een drankje in de zwoele avond. Ja het vakantie gevoel begint te komen! Nog een weekje en dan gaat onze vakantie beginnen. Uit de foto is wel duidelijk wat onze bestemming is.
|
Vindt je het leuk om op de hoogte te gehouden worden, meldt je dan hier aan met je e-mail
Hanneke Archives
September 2016
|